Mijn zoektochten op het Internet brachten mij een tijdje geleden bij een artikel van Maarten van Rossem. Misschien dat jullie heb kennen van 'De slimste mens'. Hij is een Nederlandse historicus, schrijver en voormalig hoogleraar.
Onder de ansichtkaarten van De Fossa staat een artikel dat hij ooit over het Fort Hazepoot aan de Lingsfort heeft geschreven.
Fort Hazepoot
Door: Maarten van Rossem Historisch Nieuwsblad 7/2008
Omstandigheden brachten mij naar Lingsfort in Limburg. Daar
wandelde ik op een zonnige ochtend een bos in, op zoek naar de restanten van
een fort. Al na zo’n tweehonderd meter zag ik aan mijn rechterhand twee
verrassend steile heuvels, van elkaar gescheiden door een diepe insnijding. Als
ik niet beter had geweten, had ik misschien gedacht aan vergeten Maya-piramides,
door de natuur overwoekerd.
Maar het gaat hier om de twee helften van een reusachtig
Spaans fort, dat is aangelegd in 1626. Plaatselijk staat het bekend als Fort
Hazepoot. Dit fort was een onderdeel van wat ongetwijfeld kan worden beschouwd
als het meest creatieve, maar tegelijkertijd ook het meest idiote militaire
project dat de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog hebben ondernomen.
Zij hadden zich voorgenomen de Hollanders te treffen in het
meest succesvolle onderdeel van hun nationale activiteiten: de handel, en wel
in het bijzonder de handel over de Rijn. Daartoe zou een kanaal worden gegraven
van Rheinberg aan de Rijn naar Venlo aan de Maas. Het idee voor het kanaal was
in eerste instantie afkomstig van een zekere Haesenvoet, vandaar de naam van
het fort.
In een later stadium hoopten de Spanjaarden het kanaal te
verlengen van de Maas naar de Schelde. Zo kon dan de hele Rijnhandel naar het
zuiden worden verplaatst, zodat de Hollanders er niet meer aan konden
verdienen. Sommige Spanjaarden hoopten zelfs dat de hele loop van de Rijn naar
het kanaaltracé kon worden verlegd. Dat was een rijkelijk naïef idee, omdat er
een aanzienlijk hoogteverschil bestaat tussen de Rijn en de Maas. In het kanaal
zouden daarom ook sluizen moeten komen.
Het kanaal was ten dele ook gedacht als verdedigingslinie
tegen de Hollandse troepen, vandaar dat het zou worden voorzien van 24 forten,
waarvan fort Hazepoot het grootste was. Hazepoot bestaat uit twee delen, omdat
het aan beide zijden van het kanaal werd aangelegd met de bedoeling een
sluiscomplex te beschermen dat tussen de beide forthelften was gepland.
Het kanaal staat bekend als de Fossa Eugeniana, naar
aartshertogin Eugenia, een dochter van Philips II, die toentertijd landvoogdes
was in de Spaanse Nederlanden. Er werd in 1626 voortvarend begonnen met het
graven ervan. Er waren 8000 arbeiders aan het werk en het project werd
beschermd door 2000 soldaten, die ook weleens een spade in de grond zullen
hebben gestoken. De totale kosten werden geraamd op 200.000 gouden schilden.
Het tracé van het kanaal en een deel van de forten zijn nog steeds goed zichtbaar
in het landschap. In Duitsland wordt een deel van het kanaal als
afwateringskanaal benut.
Na 1626 kwam echter al snel de klad in deze zonderlinge
onderneming. Dat had verschillende oorzaken. Er ontstonden allerlei technische
problemen en de Spanjaarden kregen geldgebrek, onder andere omdat ze in 1628 de
zilvervloot aan de Nederlanders verloren. Ook voerden de Staatse troepen met
enige regelmaat aanvallen uit op de werkzaamheden, waarbij ze flinke
verwoestingen aanrichtten. De succesvolle militaire operaties van Frederik
Hendrik maakten ten slotte een eind aan de hele onderneming. Hij veroverde
Venlo in 1632 en Rheinberg een jaar later.
Fort Hazepoot, dat nu zo romantisch in het bos schuilt, was
oorspronkelijk zeer strategisch gelegen in een open landschap van moerassen en
heidevelden. Tot zo’n tweehonderd jaar geleden rees het indrukwekkend op uit de
omringende woestenij. Sedert die tijd is het door verbossing steeds meer aan
het oog onttrokken.
Recent is een deel van de bomen die op de fortificaties waren
opgeschoten omgehakt, waardoor deze weer beter zichtbaar zijn geworden. Ik kan
een bezoek aanraden: het is het vreemdste en meest indrukwekkende monument van
de Tachtigjarige Oorlog dat ik ken.
Maarten van Rossem