dinsdag 4 februari 2020

Feldpost aus dem Westen, 16 december 1944.

Voor Fallschirmjäger Lothar Hardt is 16 december 1944 een veelbewogen dag. De groep Duitse soldaten waar hij bij hoort is gelegerd in een klein brouwerijtje bij Arcen. Vrijwel dagelijks worden zij beschoten vanuit de andere kant van de Maas, waar de geallieerden liggen.


Nederland gaat gebukt onder de gevolgen van de hongerwinter en de dorpen aan de Maas zijn frontlijn. De jonge Lothar is op dat moment pas 20 jaar. Hij zou graag de het naderende kerstfeest thuis doorbrengen, maar hij weet ook dat de kans op een paar vrije dagen vrijwel nihil is. In plaats van bij de pakken neer te gaan zitten, maakt hij een plan. In het Duitse leger kon je vrije dagen 'verdienen' door een dappere daad te verrichten. Hij besluit om in de nacht van 16 op 17 december het ijskoude water van de Maas zwemmend over te steken om te spioneren bij de vijand.


Met dat gevaarlijke plan in zijn achterhoofd besluit hij een brief te schrijven. Niet naar huis aan zijn ouders of aan vrienden, maar aan een meisje van de BDM (Bund Deutscher Mädel). Deze BDM bestond uit meisjes van 14 tot 18 jaar oud. In de laatste oorlogsjaren werden jonge Duitse soldaten aangemoedigd om te schrijven met onbekende, dus anonieme, meisjes van deze BDM. Lothar besluit een brief te schrijven aan Hilde uit Bamberg, een meisje van 17 jaar.




Diezelfde nacht steekt de jonge Fallschirmjäger de Maas over. Hij overleeft zijn 'dappere daad' en hoopt op een aantal vrije dagen en een kerstfeest met zijn ouders. Op 16 december gaf Hitler echter ook het bevel voor het Ardennenoffensief, een laatste wanhopige poging van de Duitsers om de geallieerden in België terug te dringen. Alle verloven, dus ook die van Lothar Hardt, worden per direct ingetrokken.

Hilde heeft de brief van de jonge Lothar haar hele leven bewaard.