De schrijver komt met de stoomtram van het Maasbuurtspoor en logeert in hotel Rayer op de Maasstraat. Tijdens een uitgebreide maaltijd beschrijft hij het tafereel boven de haard. Onderstaande foto van hotel Rayer is niet uit het boekje. Ik heb het vermoeden dat deze genomen is na het hoge water van 1926.
Na een wandeling door Lottum en Broekhuizen was hij eigenlijk van plan om maar één nachtje in Arcen te blijven en de volgende dag de tram naar Venlo en van daaruit naar Roermond te pakken. Uiteindelijk komt hij, na een stevige Arcense maaltijd, op een bankje bij de kerk naast meester Timmermans terecht. Deze weet zo smakelijk te vertellen over de geschiedenis van het dorp dat de wandelaar besluit om de rest van zijn vakantie hier door te brengen.
Zo komt het dat hij verslag doet over een processie uit 1925, een bijeenkomst van het gilde in het Schutterslokaal aan de markt en ga zo maar door. In het boekje staan stukjes uit het gildeboek en worden de zilveren plaatjes van de koningen van de schutterij beschreven. Wat voorbeelden:
In 1735 was Caspar Wijlders niet alleen gildemeester, hij werd ook koning van het gilde. Op zijn plaat stond een afbeelding van een schip met dit versje:
Dit is het schipke van
aventure
waer wy seyle olte
laviere
is Godt mit ons soo
kan ons nimant
diere
Vryen en vissen
Kan dich wils missen
Deze tekst zal wel wat wenkbrauwen hebben doen fronsen in die tijd!
Het boekje is in beperkte oplage uitgegeven en dat maakt het dus bijzonder zeldzaam. Het exemplaar dat ik gevonden heb is beduimeld en het mist de achterkant, maar de inhoud is geweldig!