zondag 20 december 2020

Bij de Klosterpoel.


Tegenwoordig valt het tijdens een warme zomer geregeld droog, het watertje aan de Rijksweg tussen Arcen en Lomm, dromerig en onopvallend voor het voorbij razende verkeer. Tegen het einde van de middeleeuwen was dit poeltje eigendom van de monniken uit het klooster St. Barbara's Weerd dat tussen de huidige Rijksweg en de Maas lag. Als je vanuit Arcen komt, zijn de resten van het klooster alleen nog zichtbaar als een heuveltje in het bos aan de rechterkant van het fietspad; een stille getuige van een bloederige historie.

In de 80 jarige oorlog werd het klooster bezet door de Spanjaarden. Om de aanvoer vanuit Venlo naar Grave lastig te maken, bedachten de Spanjaarden het plan om het klooster te bezetten. Op 20 januari 1586 stuurde de Graaf van Mansfelt zijn hoofdman Corvera, met honderd soldaten naar het klooster. 

Toen Maarten Schenck van Nydeggen, gouverneur van het Staatse Venlo, dit hoorde, ging hij onmiddellijk met 600 man voetvolk en 300 ruiters er op af. Het klooster werd omsingeld en Schenck sommeerde Corvera zich over te geven. 

De Spaanse hoofdman wilde echter niets van overgave weten en Schenck liet zijn soldaten tot drie keer toe het klooster bestormen. De Spanjaarden vochten voor hun leven en keer op keer wisten ze de Staatsen te verdrijven en het klooster te behouden. 

Tandenknarsend besloot Schenck het klooster aan vier hoeken in brand te steken. De in het nauw gedreven Spaanse soldaten stormden, aangevoerd door Corvera, wanhopig uit de in brand staande gebouwen. Buiten de kloostermuren stelden ze zich weer enigszins in slagorde op, tot grote schrik van de ruiterij van Schenck. Een woest gevecht volgde, waarbij de grote overmacht van de Staatsen de Spanjaarden uiteindelijk teveel werd.

De verliezen waren groot. Schenck verloor 250 man en van de 100 mannen van Corvera bleven er slechts zeven in leven. Hoofdman Corvera zelf, die door drie kogels getroffen en met een spies doorboord was en nog zes andere Spaanse soldaten, eveneens zwaar gewond. Zij werden door de Staatsen in triomf naar Venlo overgebracht als teken van overwinning. 

Voor even was de verbinding tussen Venlo en Grave weer vrij voor de Staatsen.